Ha Nick,
Aardige steekpass. Hierbij mijn aanname. Ik heb genoten van je beeldende beschrijvingen van een typische voetbal zaterdag op amateurniveau. Zelf spuugde ik in mijn handschoenen op de velden van Vitesse Delft, maar sneuvelde als net iets te korte keeper uiteindelijk in de testosteronstorm van de reserve hoofdklasse (paradox?). Ik was stiekem ook helemaal klaar met het bewaken van die ene krijtstreep: mijn doel. Sindsdien vullen nachtmerries zich met bestuurskamers en trainingskampen. Als eenling tussen de palen, de klassieke einzelgänger, trok ik daarna mijn eigen plan. Ging op reis. Begon m’n scenario te schrijven. Maar zonder handschoenen. Zonder dropkicks. Al helemaal zonder doel.
Het ideale scenario. Bestaat dat? Voor mijn zoon Jan doe ik graag m’n best om dat door jou gevraagde scenario te schetsen. Maar het lijkt me een haast onmogelijke opgave. Des te meer omdat ik geloof dat je het ideale scenario nooit door iemand anders moet laten schrijven. Zeker niet door je ouders. Laat staan door een vader die, ondanks het afronden van de HBO Minor Scenario Schrijven, gelooft in een scenario dat zichzelf schrijft. Scènes die elkaar bedenken. Rollen die elkaar in het leven roepen. Het lot van de schrijver? Toekijken en twijfelen.
Om toch enigszins aan je verwachtingen te voldoen, zal ik een aantal levenservaringen met je delen. En omdat we zo lekker tot onze oksels in de voetballerij zitten, deel ik die levenservaringen aan de hand van scènes op het veld. Ik ben me er terdege van bewust dat dit ook een Jan van een jaartje of veertien onder ogen zal komen. Je snapt dus dat ik mezelf lichtelijk ga censureren, voordat ik op een zomeravond 2034 iets hoor als: “Ja maar pa, jij had vroeger toch ook een joint gerookt toen je een levende wandelende tak opat en de volgende dag wakker werd in de cel.” Lul je daar maar eens pedagogisch verantwoord uit.
Rode kaart
Niet verbazingwekkend na de quote in de vorige alinea, maar zoek soms de grenzen op. Dat is de enige manier om ze te verleggen of om met je neus tegen de muur te lopen. Daardoor zal niet iedereen je altijd even aardig vinden en word je soms met twee benen onderuit gezaagd. Maar zo creëer je wel de ruimte om jezelf te worden. Om op avontuur te gaan. Ongeacht de kaders die een lullig scheidsrechtertje met verwassen hemd je oplegt.
Eigen goal
Yes. Geef die bal zo nu en dan een flinke poeier richting je eigen goal. Kortom, neem jezelf niet al te serieus. Dat doen al zoveel andere mensen. Lach om jezelf, maak fouten, wees onvoorspelbaar, durf voor lul te staan en wees er trots op. Schrijf een tomatenlied. Pak de aandacht, maar met een knipoog: zelfspotlights. Zo blijft het tenminste een beetje leuk tot aan het laatste fluitsignaal.
Radslag
Vier je succes. Geniet! Trek eens aan de handrem, flikker alles overboord en laat het maar gebeuren. Blijf niet altijd hangen in overpeinzingen en ingewikkelde wereldzaken. Laat morgen even voor wat het is: toekomstmuziek. Bouw liever vandaag nog een feestje! Maak een radslag, trek je shirtje over je hoofd en speel luchtgitaar op de cornervlag. En het fijne is: dat mag je ook gewoon doen wanneer je de verliezende 1 – 7 maakt. Alleen maar winnen is voor losers.
Handje
Wellicht wel de belangrijkste: doe het samen. Wees een beetje lief voor de mensen om je heen. Vier de successen samen, zoek samen grenzen op, lach samen om elkaar. Maar sta ook gewoon klaar wanneer iemand anders je nodig heeft. Van welke club hij of zij ook is (bij voorkeur Sparta). Verplaats je in een ander, maak het kleinste verschil. En wanneer je je tegenstander onderuit schopt, wees niet te trots hem ook weer overeind te helpen en een handje te geven.
God, ik zit de bovenstaande 623 woorden eens terug te lezen en word er bijna sentimenteel van. Vooral dat stukje over die wandelende tak blijft me raken. Over tranentrekkers gesproken Nick: wat zijn eigenlijk jouw taalkundige inspiratiebronnen? Volkszangers, klassieke dichters, smartlappen schrijvers en oneliner-koningen? Gun ons een inkijkje in dat wonderlijke brein van je.
Tim