Nick,
Onnozel. Ballen. Opportuun. Gewaagd. Naïef. Noem het wat je wilt, maar het doet me stiekem toch goed om in jouw brief terug te lezen over ons Rapaille-tijdperk. Speelden we met dit muzikale collectief altijd in de maat? Nee. Schreven we poëtische wondertjes met kreten als friemelen en fozen? Nope. Gingen we met een doordacht plan het theater in met het programma Fucking Vrijheid? No way. Lalden we midden in de nacht met een paar flessen rode wijn bovenop een oude wasmachine op het veerpontje van Pampus een oude hit van Trafassi? Dat dan weer wel. Voor mij was het in ieder geval een vorm van vrijheid waarin een gekke groep vrienden bewees dat je met oprecht plezier heel ver kan komen. Zelfs tot aan Nederweert.
Genoeg daarover. Je vroeg me hoe ik over dat eerder genoemde woord ‘vrijheid’ denk. Goed getimede vraag, wat mij betreft. Momenteel ben ik aan het ontdekken in welke mate volle luiers, babyphones en natte rompertjes mijn eigen vrijheden beperken. Of verleggen, laat ik verleggen zeggen. Want het valt me nog alleszins mee, zo’n klein gosertje in huis is eigenlijk vooral gewoon onwijs tof. Je ontdekt misschien zelfs wel een andere kant van jezelf: ineens is de behoefte aan vrijheid buitenshuis wat minder. Thuisblijven is nog steeds niet mijn forté, maar er is in ieder geval een extra mooie reden om thuis te komen. Kortom: dat vader worden, is zo gek nog niet. Goed, mijn ontdekking van het feit dat je met verse kak een heel rompertje okerkleurig kan verven, was misschien even een dingetje.
Vrijheid, zei je. Een term waar ik de laatste tijd ook wel een beetje moe van word, eerlijk gezegd. Zeker in een week waarin Bevrijdingsdag en coronacrisis regelmatig in één zin worden gebruikt. Ik weet dat ik me hier niet populair mee maak, maar ik vind veel mensen enorme zeikfiguren. Iedereen is ineens zo verongelijkt. Worden de maatregelen voor de ene branche versoepeld, is de andere branche weer boos. Gaan de terrassen weer een beetje open, willen we het liefst ook meteen weer met 400 man in de rij voor een all-you-can-eat. Mogen we weer met kleine groepen samenkomen, schreeuwen we ook meteen om ons recht op het willekeurig tongzoenen met voorbijgangers. Ik zag zelfs een groepje verdwaalde hersenlozen demonstreren met een spandoek waarop stond: “Wij ijzen onze vrijheid terug.” Eizersterk.
Je hebt me met jouw vraag in ieder geval flink aan het denken gezet. En van denken komt creëren. Zo kwam het dat ik afgelopen week, na een uur flink pennen, midden in een leeg weiland stond om een stuk spokenword ten gehore te brengen aan niemand. Hoe dat eruitzag en hoe ik dus écht over vrijheid denk? Dat zie je in deze video.
Dan nog even dit: blijkbaar hebben we besloten om iedere brief met een vraag af te sluiten. Laat ik me aan dat format houden: hoe zou jij je mythische voetbalcarrière omschrijven? Niet te bescheiden hè…