Nick,
Dank voor je brief over jouw betere voornemens. Het doet me ontzettend deugd om te zien dat je, ondanks je licht sceptische houding, rekening houdt met mijn ik-pas maand. Beeldend: zie ons op de vrijmibo proostend met een Jillz 0.0 en een stengel bleekselderij. De mannelijkheid verdwijnt per slok, maar mijn personal trainer van Rob’s Coaching zal trots zijn. Je vroeg me overigens naar mijn ervaringen in de wereld der makelaardij?
Terwijl ik mijn fiets tegen de twaalfde lantaarnpaal van de Westerstraat zet en nonchalant een zwart mondkapje uit de binnenzak tover, rolt er een voetbal tegen de hak van mijn linkervoet. Een prachtig gehavend exemplaar, getekend door tientallen potjes muurtjetrap. ‘Meneer, mag ik mijn bal terug?’ het jongetje doet me denken aan een nog onschuldige, kinderlijke versie van mezelf. Opgroeiend in het doolhof van Tanthof-Oost besloot ik toen niet alleen ooit met mijn moeder te trouwen, maar ook om never ever uit mijn Tanthof te verhuizen. De wereld was nog klein. ‘Lange bal!’ roep ik. Na een fikse wreeftrap loop ik richting de makelaar in de deuropening van nummer 46.
Je kan veel van ze zeggen, maar creatief met taal zijn ze wel die vierkantemeterjongens.
‘Het is echt een opvallend pandje dit. Authentiek, tikkie retro en met een unieke indeling ook’, zegt hij. Ik kijk om me heen: keuken en badkamer beneden, woonkamer op de eerste, iets te kleine slaapkamers op zolder en alles netjes afgewerkt met honderden ambachtelijke schrootjes. Tsja, je kan veel van ze zeggen, maar creatief met taal zijn ze wel die vierkantemeterjongens. Nou moet ik zeggen dat dit vlotte exemplaar, die overigens zelf voor de deur zou blijven wachten zodat wij alle ruimte hadden om rustig even op onszelf rond te snuffelen en hij heel efficiënt z’n Tinder meteen even leeg kon swipen, nog niet in de buurt kwam van de flitsende huizenhandelaar die ik enkele maanden geleden trof. Bij het tonen van de gedateerde ruimte met een nogal gehavend en verkleurd tapijt kwam hij met een geniale vondst: ‘Ik heb het tapijt erin laten zitten, logisch. Dan kunnen jullie goed zien hoe de vorige bewoners deze ruimte hadden ingedeeld.’ Chapeau. Petje af. Pluim. Zestien veren. Omdenker pur sang.
‘Op de foto’s zag de slaapkamer er toch wat ruimer uit’, zegt m’n vriendin met enigszins teleurgestelde ondertoon. En terwijl ik me los probeer te wringen tussen de bedrand, het schuine dak en de afgebroken vensterbank, besef ik me dat dat ook zo’n raar dingetje is. Waarom stoppen we niet een keertje met die groothoeklens? We kunnen toch gewoon met elkaar afspreken dat we dat stadium nu wel voorbij zijn? Dat de knusse badkamer die er vanuit het uiterste linkerhoekje gefotografeerd uitziet als balzaal, gewoon een klein en functioneel washokje is? Het heeft anders zo’n groot foto-met-filter-op-tinder-gehalte: valt altijd tegen bij de eerste date. Een stukje optische illusie waarvoor je geen Victor Mids hoeft te heten. Na een kort moment van bezinning lopen m’n vriendin en ik de iets te steile trap af om de tegen de deurpost hangende bezichtigingsmeneer mede te delen dat we toch nog even verder kijken. ‘Ja dit huis is ook echt een leuk nadenkertje’, roept hij ons na.
Mijn kamer was een toevluchtsoord, mijn wijk de wereld en een huis gewoon een huis.
Als dat kleine ventje met krullen van de Vinkenlaan had ik geen flauw benul. Mijn kamer was een toevluchtsoord, mijn wijk de wereld en een huis gewoon een huis. Geen huur of koop. Geen vraagprijs en 30 duizend overbieden. Geen rente, geen annuïteiten, geen boeterente. Soms voel ik me weer dat kleine ventje dat nu gelukkig wel aan de hand wordt genomen door een fijne aankoopmakelaar (keihard stukje sluikreclame, mag dat?). Vlak voordat we de hoek van de Westerstraat om fietsen, zoeft er een bal langs m’n hoofd. ‘Koppen meneer!’
Nick, nu ik je iets heb verteld over mijn eigen jeugd, wordt het ook voor jou tijd om je eens bloot te geven. Vertel, hoe zag jouw loopbaan er tot nu toe uit? Wat heb je waar geleerd? Wie hebben je geïnspireerd?
Groet,
Tim