Ni hao Juliet en Tim,
Bedankt voor de afsluiter in het Mandarijn en daarmee ook het ideale bruggetje voor mijn brief. Op mijn 26ste trok ik namelijk een paar maanden door China en kan jullie nu dan ook vertellen dat ‘ni hao’ een begroeting is en ‘zai jian’ een afsluiter. Het is ons vast vergeven en bovendien doen we dingen toch altijd net wat anders bij Uitgesproken Gasten. Mandarijn (in niet eetbare vorm), Wet Market en China Garden komen allemaal op scherp gekruide wijze tezamen in mijn brief aan jullie. Lees smakelijk.
Gastronomie, opgebouwd uit de woorden gaster (maag) en nomos (wijze, weten), is hetgeen wij vandaag de dag kennen als de verfijnde en hogere kookkunst. Een mondvol en niet te verwarren met sterrenkunde voor gehandicapten. Als kind zijnde zat ik thuis, zo rond half 6, net na ‘De 5 uur show’ van Viola Holt, met een laag voorhoofd een bord vol aardappels, sperziebonen en draadjesvlees weg te bunkeren. Het was gezellig. Er werd veel gepraat en zo nu en dan tikte mijn vader met zijn vork op de rand van m’n bord omdat ik door moest eten. De hogere kookkunst zat ‘m wat mij betreft in de voorbereiding van dat gerecht, wanneer mijn moeder in de vroege ochtend met haar thermische krulspelden in een bak met piepers zat te schillen. Ogenschijnlijk moeiteloos. De Librije, eat your heart out.
Terug naar China. Met mijn kennis van de Hollandse keuken en de GVA (Groente Vlees Aardappelen) als heilige driehoek, vraag ik in een afgelegen hostel in Wutongzhen om kippensoep. En terwijl de Chinese gastvrouw actief aan de slag gaat in de keuken en de pannen doet rammelen, komt de geur van kippensoep mijn neusvleugels tegemoet. Ogen dicht: thuis, zondagochtend, pyjamaatje, Radio Rijnmond, live verslag Feyenoord – Heracles… Plof! Mevrouw Wutongzhen plaatst een grote bak met bouillon voor mijn neus en houdt een kaalgeplukte, dode kip boven de bak. Ze laat de kip met zachte hand in de bouillon zakken en lacht verschrikkelijk lief naar me. Kip en soep. Duidelijk.
Bij de Chinese keuken denkt het gros van de lezers sinds enkele recente gebeurtenissen waarschijnlijk aan Wet Market taferelen. Een broodje gordeldier met een krokant laagje bastaardhond in een bedje van vleermuizenvleugels. Maar ik wil je even wegtrekken bij dat beeld en een lans breken voor de soort-van-Chinese-keuken. De Chinese restaurants in ons kikkerlandje.
De Chinese Muur, Ni Hao, Beijing, China Garden: namen die voorspellen dat je je voor even écht in China waant. Je stapt naar binnen en voelt het direct: het is lekker warm, je ziet het jaren ‘80 aquarium met slome siervissen, de bak met pepermuntkussentjes, het donkerrode behang, de gevouwen servetten, je hoort de traditionele Chinese muziek en nadat je je door het menuboek met zachte kaft hebt gewerkt, staat binnen 10 minuten de hele tafel ramvol met kleine bordjes gevuld met gerechten met nummers. Chinese restaurants zijn constant: in sfeer en in eten.
Je merkt, ik ben absoluut geen kenner van eten. Dus ik kan je dan wel heel interessant gaan vertellen over die ene keer dat ik oesters met kaviaar at en gerookte aardappel, zwarte truffel, macadamianoten en een beurre noisette van bruine hazelnootboter oppeuzelde. Maar dat is van ondergeschikt belang. Het gaat mij niet om het eten. Het gaat mij om het met elkaar eten. Dus het liefst neem ik jullie een keer mee uit eten naar een Chinees restaurant. Een volle tafel, eten met een laag voorhoofd en proosten: ganbei. En geen zorgen, ik betaal.
Over China gesproken. Een poos terug draaide Radio 10 de misplaatste carnavalskraker ‘Voorkomen is beter dan Chinezen’, waarmee ze de nodige trammelant op de hals haalden. Maar wat vind jij eigenlijk van carnaval Tim? En baal je ervan dat het van origine katholieke feest dit jaar in veel gemeenten niet doorgaat?
We pennen elkaar.
Nick